De gangen van het IJslandse paard is wel een van de meest kenmerkende eigenschappen van dit ras. Vooral de tölt is een bijzonder verschijnsel. Op deze pagina proberen we een beetje uit te leggen wat de gangen van IJslander zijn en hoe ze te herkennen zijn. Natuurlijk zijn ze het leukste om te proberen 🙂
De tölt
De tölt is een natuurlijke gang bij IJslanders.
Vroeger kwam het ook veel voor bij wat we nu “gewone” paarden noemen. Helaas is het hier op het vasteland er uit gefokt omdat de paarden meer voor de koets kwamen. Maar de vroegere zgn damespaarden liepen allemaal een soort tölt of laterele versie daarvan. Dat was in een dameszadel natuurlijk een stuk comfortabeler dan een omhooggooiende draf!
Hamingja met dameszadel in tölt.
In IJsland was het nogal een uitdaging met koets op pad te gaan in het vaak moeilijk of helemaal niet begaanbare land. Daar was het, ook door de grote afstanden, zaak om zo snel en comfortabel mogelijk te reizen. Tölt was en is daarvoor een prima gang: je gaat niet zo langzaam als stap (lang uit te houden, maar te langzaam voor grote afstanden), zo vermoeiend als draf (voor zowel de ruiter als het paard) of zo snel als in de galop (voor de ruiter wel comfortabel, maar door het paard niet lang vol te houden en door het vaak moeilijk begaanbare gebied, ook niet verstandig) De tölt was comfortabel, door het paard makkelijk vol te houden en ook over moeilijk begaanbaar gebied goed te rijden omdat er altijd minstens 1 voet op de grond is.
De voetvolgorde van de tölt is bijna identiek aan de stap, met maar één verschil: waar in de stap drie benen op de grond staan (de zgn tripedale fase) is er in de tölt maar één been op de grond (de unipedale fase)
Dit is de voetvolgorde in de tölt: 1 been, lateraal, 1 been, diagonaal, 1 been, lateraal, 1 been, diagonaal etc.
Ter vergelijk is hier de stap in een schema:
Voetvolgorde in stap: 3 benen, lateraal, 3 benen, diagonaal, 3 benen, lateraal, 3 benen, diagonaal etc.
Dat klinkt niet zo moeilijk hè? 😉
Tripedale fase in stap bij þrá
Unipedale fase in tölt bij een zwarte IJslandse hengst. Duidelijk is te zien dat alleen zijn linkervoorbeen op de grond staat. Zijn rechterachterbeen is bijna op de grond. Na deze unipedale fase komt dus de diagonale fase. Kunt u deze fases vinden op het schema? (antwoord staat onderaan de pagina)
De telgang
De telgang is vooral een wedstrijdgang. Om een telgang (ook wel rentelgang genoemd) goed te rijden, heb je veel tempo nodig. Echt heel veel tempo. Daarvoor heb je een recht pad nodig, zowel horizontaal als verticaal. En die zijn er in het bos niet zoveel 🙂
De telgang is een zuiver laterale gang. Hoewel: als je goed kijkt, zijn er meer dan 4 fases in telgang. Maar als je een paard in rentelgang voorbij ziet komen, zie je vooral twee benen tegelijkertijd bewegen. Als je de telgang in een schema zet, zie je ongeveer dit:
Voetvolgorde: beide linkerbenen, zweefmoment, beide rechterbenen, zweefmoment
Hier is de laterale beenzetting goed te zien. Het rechterbenenpaar grijpt naar voren, het linkerbenenpaar gaat naar achteren. Maar als je heel goed kijkt, zie je dat het rechterachterbeen eerder op de grond is dan het rechtervoorbeen. Dus eigenlijk is de beenzetting zo:
Hier zijn twee paarden in telgang. Bij beide paarden is er één voorbeen op de grond.
Het is bij de telgang de bedoeling zo hard mogelijk te gaan. Snelheden van 50 km p/u zijn niet ongewoon. Het wereldrecord staat op dit moment op 63 km p/u!
Natuurlijk kunnen IJslanders ook gewoon stappen:
draven:
en galopperen:
IJslanders die naast stap, draf en galop ook de tölt hebben zijn viergangers.
IJslanders die naast stap, draf en galop, tölt én telgang hebben zijn vijfgangers.
Home FAQ Contact Nieuws Een beetje geschiedenis Onze rijpaarden Lessen, ritten en meer Prijzen Over IJslandse Paarden Kalender IJslandse Namen Foxanpaarden En nog meer.. Links Archief
Oplossing fase in tölt: